Dit onderdeel geeft inzicht in de uitkomst van de rekening van de gemeente 's-Hertogenbosch over 2021. De presentatie van het resultaat gebeurt op hoofdlijnen. Een meer gedetailleerde analyse is opgenomen bij de behandeling van de programma's. Het voorstel tot bestemming van het rekeningresultaat is het sluitstuk van dit onderdeel.
Uitkomst (bedragen x € 1,0 miljoen)
Begroting 2021 na wijziging
Rekening 2021
Verschil
Lasten
851,6
848,4
3,2
Baten
831,9
893,3
61,5
Saldo lasten en baten
-19,7
44,9
64,7
Mutaties eigen vermogen
- Toevoegingen
-50,3
-97,7
-47,4
- Beschikkingen
70,0
59,7
-10,3
Per saldo mutaties eigen vermogen
19,7
-38,0
-57,8
Geraamd/gerealiseerd resultaat
0,0
6,9
6,9
Verschillenanalyse(bedragen x € 1,0 miljoen)
(Bedragen x € 1,0 miljoen)
Omschrijving
Baten en lasten
Mutaties reserves
Gerealiseerd resultaat
Onbestemd resultaat conform raadsvoorstel Actualisatie 2021
-2,6
-
-2,6
De actualisatie van de begroting 2021 leidde tot een negatieve uitkomst van € 2,6 miljoen. Dit resultaat had een voorlopig karakter en is als onbestemd resultaat in de begroting opgenomen.
Onbestemd resultaat conform raadsvoorstel Managementrapportage 2021
-0,4
-
-0,4
In de begroting 2022 hebben we aangekondigd dat we een tweetal nieuw beleid posten willen afdekken uit middelen die incidenteel over zijn. Zoals besloten bij het raadsvoorstel Managementrapportage 2021 (reg.nr. 11758843) wordt voor de benodigde middelen voor de intensivering van onze aanpak schulden en armoede (€ 110.000) een deel van de resterende middelen TONK gereserveerd. Voor de inzet van extra BOA’s (€ 300.000) wordt € 200.000 ingezet van de niet bestede Rijksmiddelen Corona 2020 en daarnaast € 100.000 vanuit de ontvangen btw compensatiegelden 2012-2019 van de Taskforce RIEC.
Algemene en Decentralisatie-Uitkeringen (Diverse reserves)
9,8
-3,8
6,0
Algemene uitkering
Actualisatie basisgegevens/ontwikkeling uitkeringsbasis voor de jaren 2019, 2020 en 2021 (voordeel € 0,4 miljoen). Diverse bijstellingen van de uitkeringsfactor en/of actualisering van de basisgegevens leiden tot een voordeel.
Het plafond van het BTW compensatiefonds (BCF) is per 2015 gekoppeld aan de accrespercentages zoals die volgen uit de normeringssystematiek voor het gemeentefonds. Als het plafond overschreden wordt, komt het verschil ten laste van het gemeentefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond komt het verschil ten gunste van het gemeentefonds. Voor gemeenten is de ruimte onder het plafond in 2021 € 216 miljoen. De afrekening is opgenomen in deze circulaire en heeft voor onze gemeente een positief effect van € 1.2 miljoen.
Het vorige kabinet heeft een uitname van het gemeentefonds opgenomen in verband met lagere apparaatskosten van gemeenten. Dit was ingegeven door het feit dat schaalvergroting van gemeenten zou plaatsvinden en daardoor de apparaatskosten zouden dalen. De verplichting tot schaalvergroting is komen te vervallen. De bezuiniging is echter wel blijven staan. Net als in 2020 is ook in 2021 de toename van de opschalingskorting incidenteel bevroren. Dit betekent een verhoging van de algemene uitkering van het gemeentefonds (landelijk) van € 160 miljoen in 2021. Dit leidt tot een budgettair voordeel van € 0,9 miljoen.
Gemeenten hebben van het Rijk in 2021 een compensatie ontvangen voor de inkomsten die zij misgelopen zijn in 2020 door de maatregelen die nodig waren om verspreiding van het Coronavirus in te perken. Er is geld ontvangen voor toeristenbelasting, parkeerbelasting en evenementenleges. Dit leidt tot een budgettair voordeel van € 3,3 miljoen.
Decentralisatie-uitkeringen De financiële effecten van de mei- en septembercirculaire zijn via een wijziging verwerkt in de begroting. Dit is niet het geval bij de december circulaire. In deze circulaire zijn nog een aantal uitkeringen opgenomen, waaronder corona-maatregelen. Indien het een gesloten circuit betreft worden deze verrekend met betreffende reserves. Het betreffen onder andere uitkeringen voor maatschappelijke opvang, personen met verward gedrag en einde lening inburgering.
Bedrijfsvoeringskosten (Reserve Inventaris)
0,5
0,0
0,5
Als gevolg van Corona vallen huisvestingskosten, advieskosten, beveiligingskosten, cateringkosten en schoonmaakkosten lager uit. Het totaal voordeel bedraagt € 0,5 miljoen.
CAO ontwikkelingen
-2,8
-
-2,8
Op 27 januari 2022 is de nieuwe CAO vastgesteld. Hierin is per 1 december 2021 een structurele salarisverhoging van 1,5% vastgesteld. Daarnaast heeft elke fulltime medewerker recht op een eenmalige uitkering van € 900,- en een eenmalige Corona onkostenvergoeding va € 300,-. Het totale nadeel van de nieuwe CAO is € 2,8 miljoen.
Personeelskosten (Diverse reserves)
2,4
-0,9
1,5
In verband met de krapte op de arbeidsmarkt worden vacatures niet of later ingevuld. Dit zorgt voor een overschot van € 2,4 miljoen op de personeelskosten. Hiervan is 0,9 miljoen verrekend met diverse reserves.
Pensioen wethouders
0,3
-
0,3
Door een lichte stijging van de rekenrente voor pensioenen is een aanvullende storting in de pensioenvoorziening voor (voormalig) wethouders volgens een uitgevoerde actuariële berekening dit jaar niet nodig. Dit leidt tot een voordeel van € 0,3 miljoen.
Financieringsresultaat (Structuurfonds)
-1,4
-0,1
-1,5
Als gevolg van achterblijvende investeringen wordt minder rente toegerekend aan taakvelden. Ook is om dezelfde reden minder financiering aangetrokken. Omdat de omslagrente hoger is dan de externe financieringskosten van nieuwe financiering ontstaat een nadeel van € 1 miljoen op het financieringsresultaat.
Om te voldoen aan de BBV regels is bij de jaarrekening het rentepercentage dat wordt toegerekend aan activa verhoogd van 0,5% naar 0,75%. Hierdoor is € 2.3 miljoen meer doorbelast van het taakveld Treasury (voordeel). Op de andere taakvelden ontstaat in totaal een nadeel van gelijke omvang.
De rente- en aflossingsbetalingen door NV MEI zijn gedurende twee jaar opgeschort om de Brabanthallen door de crisis te helpen en de continuïteit te kunnen waarborgen. Omdat de Brabanthallen een stimulans zijn voor de Bossche werkgelegenheid en de lokale economie is het cruciaal om hen te helpen. Het nadeel bedraagt € 0,5 miljoen.
Kapitaallasten (Diverse reserves)
2,3
-0,5
1,8
Het voordeel op de kapitaallasten ad € 2,3 miljoen wordt veroorzaakt door het later uitvoeren van investeringen dan gepland. Hiervan is € 0,5 miljoen verrekend met reserves.
Onvoorziene uitgaven
0,2
-
0,2
Het totaal budget voor onvoorziene uitgaven bedraagt € 225.000 waarvan € 75.000 is aangewend voor het organiseren van de Bossche Zomer.
In 2021 zijn nieuwe contracten met de Beschermd Wonen aanbieders afgesloten. Een nieuwe productstructuur met reële kostprijzen moet ervoor zorgen dat alle inwoners in de regio Meierij en Bommelerwaard de meest passende hulp kunnen krijgen. Het tweede Hostel aan de Zuiderpark werd in 2021 gebouwd en wordt in 2022 opgeleverd (€ 1,0 miljoen). Dit verliep volgens planning. Er is in 2021 ook ingezet op de Voorziening Langdurig Verblijf. Er is een vergunning aangevraagd en toegekend. Er loopt een beroepszaak van omwonenden bij de rechtbank tegen de vergunning. Dit zorgt voor vertraging op het project (€ 0,6 miljoen). Daarnaast heeft 2021 in het teken gestaan van de doordecentralisatie. Er is een regioplan opgesteld met een bijbehorende centrumregeling. In december heeft de gemeenteraad het regioplan vastgesteld. Voor de uitname WLZ behorende bij de overheveling van cliënten van Beschermd Wonen naar WLZ is in de begroting uitgegaan van het meest negatieve scenario. Het rijk heeft echter in 2021 besloten de uitname niet te doen op basis van een landelijk normbedrag per cliënt, maar op basis van werkelijke kostprijzen, het voordelig effect hiervan bedraagt ca. € 4,3 miljoen. Daarnaast zorgt de afrekeningssystematiek op de inkoop van zorg dat er een verschil ontstaat tussen de voorlopige en definitieve zorgkosten. Dit na-ijlende effect vanuit 2020 leidt tot een voordelig resultaat (€ 0,6 miljoen). Doordat meer inwoners dan verwacht zijn overgegaan naar de Wlz, hebben er minder inwoners beschermd wonen zorg aangevraagd (€ 1,5 miljoen). Alle voordelen worden verrekend met het Sociaal & Zorgfonds.
WMO (Reserve Sociaal & Zorgfonds)
1,1
-1,1
0,0
WMO licht In 2021 heeft de coronacrisis evenals in 2020 veel inwoners getroffen: mensen met een hulpvraag, mantelzorgers en ook personeel van gecontracteerde zorgaanbieders. Zij werden ziek, moesten in quarantaine of isolatie. Dat heeft invloed gehad op de dienstverlening; er vonden meer gesprekken telefonisch of digitaal plaats. Desondanks is de ondersteuning – al dan niet aangepast – aan onze inwoners doorgegaan. Zorgaanbieders hadden omzetgarantie en hebben meerkosten vergoed gekregen.
Als gevolg van de corona-ontwikkelingen in 2020 is er een tekort op het regionale budgettaire kader voor specialistische Wmo-hulp voor ’s-Hertogenbosch (€ 0,5 miljoen nadeel). Dit is voornamelijk ontstaan door een forse afrekening van zorgkosten van dat jaar. Dat komt omdat in de huidige afrekeningssystematiek de gemeente bij de jaarrekening de hoogte van de zorgkosten bepaalt door uit te gaan van de voorlopige zorgkosten. Afwijkingen tussen de voorlopige en definitieve zorgkosten worden het jaar erop verantwoord.
Er is eveneens bij hulp bij het huishouden sprake van een tekort (€ 1,1 miljoen ). Dit tekort wordt enerzijds veroorzaakt door een stijging van het tarief als gevolg van de indexering sinds 1 juli 2021 en anderzijds zien we een toename in het aantal inwoners dat gebruik maakt van de Wmo-maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp. De afschaffing van de huishoudelijke hulp toelage (HHT) en de invoering van het abonnementstarief spelen hierbij een rol. Bij de regiotaxi is er sprake van een overschot (€ 0,3 miljoen voordeel). Als gevolg van de coronacrisis is er minder gebruik gemaakt van deze voorziening. Om die reden zijn er nieuwe tariefafspraken met de vervoerder gemaakt. Bij woningaanpassingen en trapliften is er eveneens sprake van een overschot (€ 0,3 miljoen voordeel). Hoewel het aantal verstrekkingen ondanks de coronacrisis is gecontinueerd, valt het totaalbedrag iets lager uit dan begroot.
Verder zien we een daling van het aantal cliënten met een persoonsgebonden budget (pgb) en een daling van de bestede budgetten. Het uitnuttingspercentage geeft aan hoeveel procent van het totale beschikbare budget daadwerkelijk besteed is door de cliënt. De uitnuttingspercentages zijn voor Wmo vergelijkbaar met 2020: circa 70% voor begeleiding en dagbesteding en circa 78% voor hulp bij het huishouden. De daling van het pgb-gebruik past bij de trend over de afgelopen jaren. Steeds meer cliënten kiezen voor hulp in natura. Bij deze vorm wordt de zorg geleverd door een zorgaanbieder met wie de gemeente een contract heeft afgesloten. De daling van het aantal cliënten met een pgb komt door een combinatie van het voeren van het goede gesprek met de cliënt waarbij samen bekeken wordt of iemand een pgb kan beheren en inzichtelijk wordt gemaakt wat daar allemaal bij komt kijken. Daarnaast zijn er ruimere mogelijkheden binnen het aanbod hulp in natura (€ 1 miljoen voordeel).
WMO zwaar In het jaar 2021 stond binnen de maatschappelijke opvang corona, de inkoop en de transformatie Maatschappelijke Opvang (MO) centraal. Tot en met mei heeft de maatschappelijke opvang alle mensen moeten opvangen, ook niet rechthebbende dakloze mensen. Om iedereen te kunnen opvangen is er gebruik gemaakt van diverse hotels en woonunits. Daarnaast zijn er meerdere uitbraken van corona geweest, waardoor de dag- en nachtopvang in isolatie is gegaan.
Voor de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (Oggz) en Wet verplichte Gezondheidszorg (Wvggz) zijn nieuwe contracten afgesloten voor de jaren 2022 en 2023. We zetten hiermee ook in op een duurzame samenwerking met het Crisis en Interventie Team (CIT) en het Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg (CvTB). We merken dat de samenwerking verder verbeterd is en we willen hierop blijven inzetten. Het CIT heeft hierbij een prominentere rol gekregen voor de versterking van de ketensamenwerking. Thuis in de Wijk is in 2021 uitgebreid met de netwerken in de wijken West en Noord. Dit loopt naar tevredenheid en blijven we doorzetten (€ 1 miljoen nadeel).
Vrouwenopvang/huiselijk geweld
0,5
-
0,5
Het programma 'Geweld hoort nergens thuis' vraagt ten behoeve van de uitvoering instemming en voorbereiding van de regiogemeenten en hun ketenpartners. De bestuurlijke integrale regionale sturing van Zorg en Veiligheid die dit vereist is in 2021 nog niet van de grond gekomen. Het ontbreken van deze Governance zorgt voor vertraging. Gemeenten en hun ketenpartners kampen bovendien met hoge werkdruk en onderbezetting. Daarnaast bereidde een aantal gemeenten zich voor op een herindeling waardoor zij andere prioriteiten moesten stellen en slechts beperkt konden deelnemen. Dit heeft ook gezorgd voor enige vertraging in uitvoeren van plannen met een onderbesteding van € 0,5 miljoen als gevolg.
Sociaal medische indicaties (SMI)
-0,5
-
-0,5
Sinds 2005 kent de gemeente de voorziening SMI (sociaal Medische Indicatie Kinderopvang) voor kinderen van ouders die om sociaal-medische redenen baat hebben bij kinderopvang, maar geen recht hebben op Kinderopvangtoeslag. Voor de uitvoering van deze voorziening is € 0,4 miljoen begroot. De realisatie bedroeg in 2021 € 0,9 miljoen. Het stijgende gebruik van de voorziening volgt een landelijke trend. Door de inzet van de voorziening ondersteunen we kinderen en hun ouders vroegtijdig. Op deze manier willen we voorkomen dat deze kinderen gebruik moeten maken van zwaardere en duurdere jeugdhulp. De effectiviteit van deze voorziening wordt ook genoemd in het onderzoek van Significant (2020). Daarnaast is de overschrijding op het budget ook te verklaren door gestegen tarieven bij de kinderopvangorganisaties. Tenslotte heeft de aangepaste werkwijze in het kader van COVID een negatief effect gehad op uitstroom uit de voorziening. We hebben een maatregelenonderzoek uitgevoerd om te bezien hoe we kunnen komen tot betere budgetbeheersing en uitvoering, waarbij voorop staat dat maatregelen niet ten koste van de kinderen en hun ontwikkeling en gezinnen mogen gaan. Op grond van dit maatregelenonderzoek hebben we de beleidsregels en uitvoering aangepast. De implementatie is inmiddels gestart. De overschrijding in 2021 bedraagt € 0,5 miljoen. De effecten van de gewijzigde aanpak worden gedurende een periode van 1,5 jaar gemonitord en daarna geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten kunnen we bepalen of aanvullende maatregelen nodig danwel gewenst zijn.
Er is een budgettair voordeel behaald van € 1,9 miljoen op de door het Rijk beschikbaar gestelde rijksmiddelen voor de TONK (Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten). Deze regeling is ruimhartig ingezet en 130 aanvragen zijn toegekend. Dat is fors minder dan verwacht. Dit sluit ook aan bij het landelijk beeld. De resterende middelen worden conform de moties "Direct starten met intensivering aanpak armoede en schulden", "Energiearmoede voorkomen" en "Geld reserveren voor aanpak Armoede en Schulden" in 2022 en verder ingezet voor het programma Armoede en Schulden (waaronder Energiearmoede). Er wordt voorgesteld om, bij vaststelling van de jaarrekening, € 1,8 miljoen als resultaat te bestemmen en toe te voegen aan de reserve Nog uit te voeren Werken.
Er is per saldo een positief resultaat gerealiseerd van € 0,7 miljoen. Dit bestaat uit:
Een nadeel van zo'n € 0,2 miljoen op het vastgoed en € 0,3 miljoen op de exploitatie van de Brede Bossche Scholen Het nadeel op de exploitatie ontstaat onder meer door hogere energielasten, hogere personeels- en schoonmaakkosten van eigendomspanden. Ook de eenmalige kosten als gevolg van lagere opbrengsten op huur en horeca als gevolg van corona en extra onderhoud aan de panden waren van invloed op het resultaat. Dit nadeel wordt verrekend met de reserve Onderwijshuisvesting.
Als gevolg van verborgen asbest vielen de sloopkosten voor KC aan de Oosterplas € 0,2 miljoen hoger uit dan geraamd. Ook kostte de sloop hierdoor meer tijd dan verwacht wat leidt tot bouwvertraging en hiermee gepaard gaande kosten in 2022. Dit nadeel is verrekend met de reserve Onderwijshuisvesting.
Momenteel zijn er 3 panden nog in aanbouw waardoor de begrote kapitaallasten niet zijn gerealiseerd. Hierdoor ontstaat een voordeel van € 0,5 miljoen over 2021. Daarnaast is voor een bedrag van € 47.000 aan overige begrote rente-en afschrijvingslasten nog niet gerealiseerd vanwege de vertraging in de realisatie van de panden.
Passende Arrangementen binnen Kindcentra
0,5
-
0,5
De onderbesteding op het budget passende arrangementen binnen kindcentra ad € 0,5 miljoen is het gevolg van een lagere deelname aan het gesubsidieerde reguliere peuteraanbod dan bij aanvang verwacht. De verwachting was dat corona effect zou hebben op het verlies van banen en daardoor meer gezinnen gebruik zouden maken van de gesubsidieerde peuteropvang. Dit bleek gedurende het jaar uit de cijfers niet het geval en daarom is tussentijds de subsidie verlaagd.
BUIG (Reserve Fonds Werk en Inkomen)
1,8
1,7
3,5
De coronacrisis, de genomen maatregelen en bijkomende economische gevolgen hebben effect gehad op het aantal uitkeringen in het kader van de Participatiewet/ BUIG. In het begin van de crisis en tijdens lockdowns nam de instroom toe, terwijl de uitstroom naar werk moeilijker werd. Inmiddels is de situatie op de arbeidsmarkt veranderd in krapte en zien we de afgelopen periode een daling in het aantal uitkeringen. Bij het Raadsvoorstel van de management rapportage is al vermeld dat het verwachte gemiddelde aantal uitkeringen is bijgesteld van 3.480 (geactualiseerde begroting) naar 3.331. Het werkelijk gerealiseerde gemiddelde aantal bijstandsuitkeringen ligt met 3.320 nog lager. Dit weerspiegelt de krapte op de arbeidsmarkt, maar ook het blijvend goed functioneren van de poortfunctie en het erin slagen om mensen succesvol aan werk te helpen. De uitkeringskosten zijn hierdoor € 3,3 miljoen lager. Dit effect wordt gedempt door een lager resultaat op de terugvorderingen op sociaal debiteuren van € 0,3 miljoen. Ook heeft door de gunstige conjuncturele ontwikkelingen een extra korting op het definitieve BUIG budget plaatsgevonden van € 1.2 miljoen. Per saldo leidt dit tot een financieel voordeel van € 1,8 miljoen. Verder is om de risico's van de coronacrisis voor de bijstandsuitkeringen af te dekken in 2020 conform raadsbesluit een extra storting in de reserve Fonds Werk en Inkomen gedaan. Hiermee kwam deze bestemmingsreserve tijdelijk boven het afgesproken plafond. Inmiddels is het risico afgenomen en de situatie op de arbeidsmarkt wezenlijk veranderd. De reservering boven het plafond van 7,5% van het BUIG budget is niet langer noodzakelijk. Daarmee valt € 1,7 miljoen vrij ten gunste van het gemeentelijke jaarrekeningresultaat.
Arbeidsparticipatie (Reserve Sociaal & Zorgfonds)
1,7
-1,6
0,1
in 2021 zijn de werkzaamheden binnen de Participatiewet op een aantal vlakken geraakt. Vacatures specialistische functies zijn moeilijk in te vullen, het aantal SW medewerkers is sterk afgenomen en de budgetten voor startersbeurzen/gunbanen zijn niet volledig ingezet omdat er maar een beperkt aantal trainingen mogelijk zijn geweest.
Overgang VVV naar Den Bosch Partners
0,2
-
0,2
In de overgangsfase naar Den Bosch Partners is er eenmalig een voordeel behaald van € 0,2 miljoen. Dit wordt veroorzaakt doordat de kwartiermakersfase goedkoper is uitgevallen, de daadwerkelijke start van DBP vindt pas in 2022 plaats. Daarnaast is er een corona effect; door corona is er niet ingezet op campagnes om meer toeristen naar onze gemeente te halen. Het behaalde voordeel zal er de komende jaren niet zijn omdat de structurele budgetten dan zijn omgezet in de jaarlijkse subsidie aan Den Bosch Partners, conform raadsbesluit.
Kermissen
-0,2
-
-0,2
Er is geen kermis georganiseerd in 2021 door de gemeente. Wel is er ruimte geboden binnen de Bossche zomer 21- aanpak voor kermisattracties. Het totaal nadeel ten opzichte van de begroting bedraagt € 0,2 miljoen
Parkeren (Reserve Parkeren)
-5,1
0,2
-4,9
Ten gevolge van Corona zijn er minder bezoekers aan de stad geweest. De parkeeropbrengsten zijn hierdoor € 6,25 miljoen lager dan begroot. Als gevolg van de strengere coronamaatregelen in de laatste maanden zijn de inkomsten kort parkeren € 0,6 miljoen nadeliger dan ingeschat ten tijde van de managementrapportage. In 2020 was deze compensatie € 2,1 miljoen. In boekjaar 2022 volgt waarschijnlijk nog compensatie door het Rijk. Tegelijkertijd zijn de investeringen en onderhoud uitgesteld, heeft de Gemeente lagere kosten openbaar vervoer en uitbesteding beheer en toezicht. Hierdoor zijn de parkeeruitgaven € 1,16 miljoen lager dan begroot. Per saldo resulteert het in een tekort van € 5,1 miljoen. Er is voor € 0,2 miljoen onttrokken aan de reserve Parkeren.
Onroerend Zaak Belasting
0,4
-
0,4
De waardestijging van de niet woningen is in werkelijkheid iets hoger dan begroot. Dit resulteert in hogere belastingopbrengsten van € 0,4 miljoen.
Precario/toeristen belasting
-0,6
-
-0,6
Vanwege Corona is besloten om geen precariobelasting voor terrassen op te leggen voor het 1ste half jaar 2021. Dit resulteert in een nadeel van € 0,3 miljoen. Bovendien zijn er minder toeristen in Den Bosch geweest waardoor de opbrengsten t.o.v. de begroting minder zijn. Dit nadeel bedraagt ook € 0,3 miljoen.
Rijksgelden Covid-19 Cultuur (Reserve Nog uit te voeren werken)
0,6
-0,6
0,0
In september 2021 is de schadecompensatieregeling lokale cultuur 2021 ingesteld. Deze regeling loopt tot 1 april 2022. Het beschikbaar budget is € 0,8 miljoen waarvan € 0,2 miljoen gebruikt is. Het restant wordt verrekend met de reserve Nog uit te voeren werken waardoor in 2022 de regeling gebruikt kan worden.
Beheer en onderhoud (groen/kunstwerken/verhardingen)
1,2
-
1,2
Door in- als externe capaciteitsproblemen zijn niet alle geraamde werkzaamheden uitgevoerd. Hierdoor ontstaan o.a. achterstanden op groen en snoeiwerkzaamheden aan bomen die in 2022 ingelopen moeten worden. Dit leidt tot een voordeel van € 0,5 miljoen bij Groenonderhoud, € 0,2 miljoen bij beheer en onderhoud kunstwerken en € 0,5 miljoen bij beheer en onderhoud verhardingen.
Gladheidsbestrijding
-0,4
-
-0,4
Door een aanbesteding en nieuwe contracten met aannemers zijn zowel de vaste als variabele kosten voor de gemeente toegenomen. De stijging van de vaste kosten bedraagt € 0,1 miljoen. Door meer strooibeurten dan geraamd is het totale tekort iets meer dan € 0,4 miljoen.
Kwekkelstijn
0,3
-
0,3
Het exploitatietekort Kwekkelstijn dat in de gemeentelijke jaarrekening 2020 is verantwoord (€ 262.000) valt in 2021 vrij. Het exploitatietekort 2020 was hoger ingeschat dan uiteindelijk is gebleken. Daarnaast was de exploitatiebijdrage in boekjaar 2021 lager dan verwacht.
Leges
1,1
-
1,1
De hogere legesinkomsten in boekjaar 2021 zijn ontstaan door meer bouwaanvragen in de categorieën bouwsommen boven de € 5 miljoen. Tevens zijn de werkelijke bouwkosten hoger dan de gemiddeld geraamde bouwkosten. Dit resulteert in een voordeel van € 1,1 miljoen.
Omgevingswet (Reserve Omgevingswet)
-0,4
-0,7
-1,1
Het nadeel van € 0,4 miljoen wordt veroorzaakt door extra coördinatie-inspanningen en het niet efficiënt verlopen van de voorbereidingen op de Omgevingswet. Deze zijn bijzonder complex en integraal van karakter en vergt veel innovatief samenspel over afdelingen en sectoren. Daarnaast is inmiddels duidelijk dat de Omgevingswet ingaat per 1 januari 2023. Om de toekomstige kosten op te kunnen vangen heeft de Raad middels de Marap (nr: 11758843) ingestemd met een overschrijding van € 1,1 miljoen, waarvan € 0.8 miljoen gestort is in de Reserve Omgevingswet.
Grondexploitatie (Diverse reserves)
31,7
-31,7
0,0
Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf Grondbeleid.
Nog niet gerealiseerde projecten (Diverse reserves)
8,4
-8,5
-0,1
Op onze begroting zijn een aantal grote uitgaven geraamd, die geheel of gedeeltelijk gedekt worden uit reserves. Het betreft hier grote, fysieke projecten met een meerjarig karakter. Vooraf is niet bekend in welk jaar de uitgaven gedaan worden, maar conform raadsbesluit blijven de budgetten wel beschikbaar voor verdere jaren. Belangrijke projecten die eind 2021 nog lopen zijn onder andere OV knooppunt Station S-Hertogenbosch, Bereikbaarheid Oostelijke gemeentedelen, Hustenweg, Oranjeboulevard fase 3, Groene Delta en de Verlengde Onderwijs boulevard, maatregelen ten behoeve van energiebesparing bij gemeentelijke gebouwen en particulieren, het Regionale Educatieplan, Theater aan de Parade en het voorbereidingskrediet huisvesting Huis73.
Overige Verschillen (Diverse reserves)
3,9
-2,4
1,5
N.v.t.
Totaal
64,7
-57,8
6,9
Vennootschapsbelasting Sinds 2016 dient onze gemeente vennootschapsbelasting (Vpb) te betalen over de fiscale winsten bij ondernemingsactiviteiten. Voor de jaren 2016 en 2017 zijn de definitieve aanslagen Vpb opgelegd door de Belastingdienst. De aangiften Vpb 2018 t/m 2020 zijn ingediend bij de Belastingdienst. Totaal bezien over de jaren 2016-2020 is geen sprake geweest van een te betalen bedrag Vpb. Over het jaar 2021 verwachten wij een positief fiscaal resultaat. Dit kunnen we verrekenen met verliezen uit eerdere jaren.
Coronacrisis De uitbraak van COVID-19 (Corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact gehad, ook op het jaarrekeningresultaat 2021. In 2021 is € 3,2 miljoen ontvangen voor de lagere inkomsten voor o.a. parkeeropbrengsten en toeristenbelasting van 2020. De opschalingskorting is ook in 2021 bevroren wat een voordeel van € 0,9 miljoen opleverde. Verdere voordelen zijn onder andere ontstaan op bedrijfskosten en onderhoud openbare ruimte. Van de ontvangen middelen voor de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) is een groot deel niet uitgegeven. Voorgesteld wordt om hiervan € 1,8 miljoen te bestemmen om in te zetten in 2022 voor bijvoorbeeld het bestrijden van energiearmoede. Verder is het bedrag wat in 2020 werd gestort in de reserve Fonds Werk en inkomen in 2021 weer vrijgevallen. Het bedrag bleek slechts deels nodig te zijn omdat de gevolgen voor het aantal bijstandsuitkeringen niet optraden zoals verwacht. Er zijn ook verschillende nadelen ontstaan als gevolg van de coronacrisis. Ook in 2021 zijn er minder parkeeropbrengsten en is minder precario en minder toeristenbelasting ontvangen. Ook de vaarconcessie van de Binnendieze is niet ontvangen. Dit leverde in totaal € 6,8 miljoen nadeel op. In 2022 komt hiervoor nog compensatie van het Rijk, maar het is nog niet duidelijk hoeveel dit zal zijn. Verdere grote nadelen zijn ontstaan door uitstel te verlenen voor aflossingen op leningen en eenmalige uitkeringen voor het personeel volgens de CAO. Per saldo is het budgettair resultaat als gevolg van Corona in 2021 vrijwel nihil.
In de jaarrekening is per programma informatie opgenomen over de gevolgen van Corona voor dat programma.
Ombuigingen Als onderdeel van de begroting 2021 heeft uw raad een ombuigingspakket vastgesteld van € 4,4 miljoen in 2021 oplopend tot € 5,7 miljoen in 2024. Over de voortgang van de realisatie van deze ombuigingen rapporteren wij via de reguliere Planning & Control cyclus. Wij kunnen u melden dat alle taakstellingen in 2021 ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Onderdeel van de taakstelling, is een taakstelling op inkoop van € 1 miljoen. Voor de helft van dit bedrag hebben we specifieke inkoopvoordelen kunnen aanwijzen. Voor de andere helft niet. In 2021 hebben we deze taakstelling gerealiseerd doordat we mede als gevolg van de situatie op de arbeidsmarkt vacatures niet hebben kunnen invullen. Dat is echter geen structurele oplossing. We zien dat met de aantrekkende economie en het meer dan normaal stijgen van de inkoopprijzen, het realiseren van inkoopvoordelen verwordt tot een utopie. We stellen daarom voor een deel van het accres gemeentefonds te benutten om de taakstelling te realiseren. Immers in het accres zit een hogere prijsindex dan onze eigen prijsindex. Daarmee hebben we impliciet de taakstelling verwerkt in onze budgetten. In de actualisatie van de begroting 2022 verwerken we dit voorstel en leggen het aan u voor.
Voorstel bestemming rekeningresultaat Het streefniveau van de algemene reserve is 15% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds (exclusief het deel wat toegerekend wordt aan het sociaal domein). Voor 2021 is dit streefniveau € 26,9 miljoen.
Onze bestendige gedragslijn is het verwerken van het rekeningresultaat in de algemene reserve tot het streefniveau. Het rekeningresultaat bedraagt € 6,9 miljoen positief. Het College doet een voorstel tot resultaatbestemming van de resterende middelen TONK ad. € 1.776.890 die conform de moties "Energiearmoede voorkomen" en "Geld reserveren voor aanpak Armoede en Schulden" in 2022 en verder ingezet worden voor het programma Armoede en Schulden (waaronder Energiearmoede). Hiermee komt de storting in de algemene reserve op een bedrag van circa € 5,1 miljoen. De werkelijke stand van de algemene reserve voor resultaatbestemming per 31 december 2021 is € 23,8 miljoen. Bij het huidige resultaat exclusief TONK betekent dit dat we na resultaatbestemming uitkomen op een stand van circa € 28,9 miljoen. Dit is € 2 miljoen hoger dan het streefniveau.
Deze pagina is gebouwd op 05/24/2022 12:25:23 met de export van 05/23/2022 12:40:35